Back to Home Page
Trouw
www.trouw.nl - 21 januari 2005
 
Voorpagina

Joodse broers in ongelijk gesteld

NEDERLAND 5

AMSTERDAM - Het bezwaar dat de joodse oorlogswezen Philip en Marcel Staal uit Israël hebben ingediend tegen een fusie tussen het Joods Maatschappelijk Werk en zeven 'slapende' joodse organisaties, is door de Amsterdamse rechtbank afgewezen. Die acht niet bewezen dat een vroegere voogdij-instelling de nalatenschap van hun ouders niet goed heeft beheerd.

Copyright: Trouw





Trouw
www.trouw.nl - 21 januari 2005
 
Nieuws & achtergronden

Joodse broers vangen bot bij rechter
Van onze verslaggever

AMSTERDAM - Het bezwaar dat de joodse oorlogswezen Philip en Marcel Staal uit Israël hebben ingediend tegen een fusie tussen het Joods Maatschappelijk Werk (JMW) en zeven 'slapende' joodse organisaties, is door de Amsterdamse rechtbank afgewezen.

Ook het verzet van dertien orthodox-joodse stichtingen en verenigingen tegen de fusie, is door de rechter verworpen. Deze organisaties tekenden bezwaar aan omdat zij vinden dat het vermogen, opgeteld 7,6 miljoen euro, hen toekomt en niet het JMW. De rechter is het daar niet mee eens.

Volgens de rechtbank hebben de eisers in de tweede zaak, de broers Staal, onvoldoende hard gemaakt dat zij een rechtmatige vordering hebben op een van de organisaties die het JMW wil liquideren. Philip en Marcel Staal zeggen dat de joodse instellingen die na de Tweede Wereldoorlog de voogdij over hen kregen, het vermogen van hun door de nazi's vermoorde ouders niet goed hebben beheerd. Volgens de broers is lang niet de volledige erfenis aan hen uitgekeerd. Ze hebben een vordering van 1,6 miljoen euro op het JMW.

De broers gingen in verzet tegen het fusieplan van het Joods Maatschappelijk Werk, omdat onder de zeven joodse verenigingen en stichtingen die JWM wil opheffen ook de vroegere instellingen zit die de voordij over hen had. JMW wil het gezamenlijke vermogen van de op te heffen organisaties inzetten voor het maatschappelijk werk onder joden. Philip en Marcel Staal vreesden dat hun belangen als schuldeisers door de fusie zouden worden geschaad.

Philip Staal had na de rechtszitting in november nog een groot aantal documenten aan de rechter voorgelegd. Maar de rechtbank heeft die stukken buiten beschouwing gelaten, omdat de tegenpartij bezwaar maakte. Er zou een nieuwe behandeling nodig zijn geweest om JMW de kans te geven te reageren op de stukken.

Volgens de rechter zijn de broers Staal niet in staat hun vordering op het JMW als rechtsopvolger van de voogdij-instelling, voldoende te onderbouwen mocht het tot een bodemprocedure komen bij de civiele rechter. De rechtbank stelt dat 'ondanks uitvoerige naspeuringen' tot dusver ongewis is gebleven wat precies de omvang was van de nalatenschap van de ouders Staal. Daarnaast is het niet mogelijk gebleken te achterhalen hoe het geld destijds is beheerd, omdat in de jaren zeventig de administratie is vernietigd. Er zijn, aldus de uitspraak, onvoldoende concrete aanwijzingen dat er sprake is geweest van wanbeheer van het vermogen.

De rechter heeft zich niet uitgelaten over het verweer van JMW dat de claim van de broers Staal verjaard zou zijn. In een interview met Trouw verklaarde directeur Hans Vuijsje in juli vorig jaar dat het JMW zich in de zaak-Staal niet op verjaring zou beroepen.

Een dergelijk verweer is omstreden binnen een joodse gemeenschap, omdat het na de oorlog veelvuldig werd gebruikt tegen joden die bij de rechter hun geroofde bezittingen probeerden terug te krijgen. Vuijsje trok zijn mededeling kort voor publicatie van het artikel in. Philip Staal heeft over het verjaringsverweer een klacht ingediend bij het Joods Wereldcongres.

Copyright: Trouw

top