Back to Home Page
Trouw
www.trouw.nl - zaterdag 26 maart 2005
 
Nederland Pagina 4

claims nabestaanden
'Verjaring oorlogszaken bij wet verbieden'
door Joop Bouma

Het Joods Maatschappelijk Werk vindt dat twee joodse weeskinderen te laat zijn met een claim. Onlangs plaatste het gerechtshof in Den Haag kanttekeningen bij verjaring in oorlogskwesties.

De acht diamanten van Jonas Cohen

Waar zijn de acht diamanten die goudsmit Jonas Cohen in 1944 aan de Nederlandse consul in Zwitserland gaf? De familie Cohen heeft ze niet, maar in de kluis van minister Remkes liggen ze evenmin. Het gezin Cohen keerde in 1949 terug naar Nederland. Minister van binnenlandse zaken J.H. van Maarsseveen schreef Cohen in 1951 dat hij de diamanten terug zou krijgen na vergoeden van de kosten voor het verblijf in een opvangcentrum voor Nederlandse vluchtelingen in Zwitserland. Cohen betaalde de 1859,50 gulden, maar heeft volgens zijn nabestaanden de diamanten nooit teruggezien. De steentjes waren in 1944 ongeveer 25000 Zwitserse frank waard, inmiddels worden ze geschat op 200000 euro. De staat houdt vol dat de diamanten al in de jaren vijftig zijn afgehaald door de familie. Maar de familie was in 1952 naar Australië vertrokken en zegt geen bericht te hebben gehad.

In 1957, een jaar na het overlijden van Jonas Cohen, keerden moeder en zoon naar Nederland terug. Maar het 'ellendedossier' -de map correspondentie over de zaak- bleef voor beiden lang 'onaanraakbaar'. Pas enkele jaren geleden, toen er ook in Nederland een discussie begon over de uitbetaling van joodse tegoeden, durfden moeder en zoon de zaak op te pakken. Ze nemen het de staat kwalijk dat, ondanks de bewering dat het naoorlogse rechtsherstel vaak met te weinig begrip is uitgevoerd, er nu een beroep is gedaan op verjaring.

Een beroep op verjaring in rechtszaken uit de Tweede Wereldoorlog moet door een wetswijziging worden uitgesloten, vindt de Amsterdamse advocaat mr. Quintus Abeln. ,,Bij asbestziekten, die zich soms pas na meer dan 25 jaar openbaren, kan de aangeklaagde partij zich nooit op verjaring beroepen. Ik vraag mij af waarom een beroep op verjaring bij vorderingen uit de periode van de Tweede Wereldoorlog niet bij wet zijn uitgesloten.''

Abeln is de raadsman van de weduwe en de zoon van goudsmid Jonas Cohen. Zij eisen acht diamanten terug die Cohen in 1944 onder dwang afdroeg aan de Nederlandse staat. In de zaak, waarin de nabestaanden de diamanten terugvroegen, beriep de landsadvocaat zich in 2003 op verjaring. De claim was volgens de staat ruim 20 jaar te laat ingediend. De rechtbank honoreerde dat beroep, volgens Abeln zonder noemenswaardige motivering. Het gerechtshof plaatste onlangs in hoger beroep kanttekeningen bij die beslissing.

Ook het Joods Maatschappelijk Werk doet nu bij de rechter beroep op verjaring van een claim van twee joodse weeskinderen. Het JMW vindt dat hun eis onvoldoende grond heeft. De rechtszaak van de broers Philip en Marcel Staal uit Israël neemt volgens de advocaten zoveel tijd in beslag en kost het JMW zoveel geld, dat 'in dit specifieke geval beroep op verjaring geëigend is'.

Het verjaringsverweer is omstreden, zeker voor een joodse organisatie als het JMW. In de naoorlogse jaren zijn van vele joden die de Holocaust overleefden en hun bezittingen trachtten terug te vorderen, de claims door rechters afgewezen, omdat hun zaak naar Nederlands recht was verjaard. Die beslissingen zijn later als 'onredelijk en onbillijk' ervaren, maar nooit teruggedraaid.

De broers Staal eisen 1,6 miljoen euro van het JMW omdat joodse voogdijinstellingen het vermogen van hun in Sobibor vermoorde ouders niet goed zouden hebben beheerd. Philip Staal verwoordde zijn gevoel over de houding van het JMW bij het gerechtshof in Amsterdam: ,,Het gaat om morele schulden, en die verjaren nooit. Ik vind het pijnlijk en onverteerbaar dat uitgerekend een joodse instantie zich beroept op verjaring.''

Advocaat Abeln van de familie Cohen noemt het 'absoluut beneden peil' dat de Haagse rechtbank in de zaak van zijn cliënten het verjaringsberoep toewees. ,,Daarom heb ik mij in hoger beroep bij het hof in mijn pleidooi beperkt tot dat verweer.''

Het Haagse hof liet vorige maand in een tussentijdse beslissing in de zaak-Cohen merken dat het oordeel van de lagere rechter mogelijk niet overeind blijft. Het hof heeft aangegeven dat de nabestaanden van Jonas Cohen nog met extra bewijsstukken moeten komen en heeft beide partijen gevraagd om aan te geven wat, naar huidige maatstaven, de waarde is van de acht verdwenen diamanten. Abeln: ,,Daarmee geeft het hof naar mijn gevoel aan dat verjaring niet opgaat in deze zaak.'' Zowel in de zaak van de broers Staal als in de zaak-Cohen zal de beslissing pas over enige tijd volgen.

Copyright: Trouw

top