Aan de directie en het bestuur van Joods Maatschappelijk Werk
De Lairessestraat 145-147
1075 HJ Amsterdam
Geachte heer Vuijsje,
Hartelijk dank voor uw antwoord op mijn vraag naar mijn vermogen, zoals dat door Le-Ezrath Ha-Jeled werd beheerd.
Ik begrijp daaruit dat ik inderdaad onder voogdij stond van deze instantie.
U schrijft dat alle relevante financiële stukken uit mijn dossier zijn vernietigd. Dit zou volgens u zijn gebeurd omdat deze ‘onder toezicht van de kantonrechter en na een gecontroleerde afrekening’ [...] ‘afgesloten’ waren. Ook schrijft u dat het hier een ‘normale, gangbare procedure’ betrof. Ik zou deze gang van zaken echter uitgezocht willen zien door onafhankelijke deskundigen.
Dat geldt ook voor uw plan een projectgroep in het leven te roepen, die moet onderzoeken of er ondanks de vernietigde eindafrekeningen en andere financiële documenten, niet toch na te gaan valt of mijn vermogen en dat van andere oorlogswezen correct is afgerekend. Zoals prof. Eric Fischer het op de radio formuleerde: 'Je laat de kalkoen niet meebeslissen over het kerstmenu.'
Tenslotte schrijft u dat ik zelf moet uitzoeken van welke familieleden ik mogelijk een JOKOS-uitkering heb ontvangen.
Ik ben van menig dat onafhankelijke onderzoekers daar naar behoren te zoeken. Le-Ezrath heeft destijds mijn Jokos-aanvragen gedaan en mogelijk zelfs geïnd. Hoe konden wij oorlogswezen zelfs maar weten wat onze rechten waren of uit naam van welke familieleden wij deze uitkering hadden moeten aanvragen? Tientallen van ons woonden bovendien in het buitenland en weten soms tot op de dag van vandaag niet naar welke familieleden zij zouden moeten zoeken. Nog afgezien van de vraag of iedereen even handig is in het zoeken op websites, zoals u suggereert.
Met vriendelijke groet,