Verwijt over gebrek openheid onderzoek Roof joods bezitmiljardenaffaire. De joodse gemeenschap in ons land is de Duitse bezetting en de gevolgen daarvan voor miljarden guldens beroofd.
Jaap Soesan, voorzitter van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Onteigend Joods Bezit, schat dat er naar de geldswaarde van vandaag in Nederland voor zo'n 20 tot 40 miljard gulden aan bezittingen van 146.000 naar concentratiekampen weggevoerde of ondergedoken joden is gestolen of zoekgeraakt.
Het gaat daarbij om banktegoeden, onroerend goed, huisraad, kunst, juwelen, auto's, vaartuigen en vee van joodse particulieren en bedrijven. Niet alleen de nazi's profiteerden van de roof, zegt Soesan, maar ook een flink aantal banken, die van joden gestolen aandelen verhandelden.
Daarnaast ook veilinghuizen, die van joden gestolen kunst verkochten. Evenals advocaten, notarissen en buren, die eigendommen van joodse families in bewaring namen en de spullen na de oorlog niet meer hebben teruggegeven.
Jaap Soesan, al vijftien jaar de stuwende kracht achter de opsporing van geroofde joodse tegoeden, bestookt de Haagse politiek al jaren met vlammende protesten. Met als gevolg dat het kabinet tot de instelling van een reeks onderzoekscommissies heeft besloten.
Soesans aanvankelijke optimisme is inmiddels omgeslagen in ergernis. Hij maakt zich vooral boos over het gebrek aan openheid van de commissie-Van Kemenade, die het financiele onderzoek coordineert.
Hij is bang dat met het argument van de banken dat het achterhalen van oude archieven zo moeilijk is te veel onder het tapijt verdwijnt.
Jaap Soesan: Er is geen enkele reden voor die geheimzinnigheid, want de commissie-Van Kemenade beschikt al ruim anderhalf jaar over lijsten van een groot aantal kluizen van joodse bedrijven en particulieren, die door de Nederlandse Bank Unie, de Rotterdamsche Bankvereeniging, de Incasso-Bank, de Amsterdamsche Bank en de Twentsche Bank in de oorlog aan de Duitse Wirtschaftsprufstelle in Den Haag werden gestuurd.
De documenten kwamen tijdens een onderzoek bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) boven water. Op de lijsten staan niet alleen de nummers van de kluizen vermeld, maar ook de namen en adressen van de huurders.
Het NIOD gaf het advies om uit te zoeken wat er met de inhoud van de kluizen was gebeurd. Wat mij verbaast is dat men de Bijlmer-enquete in een paar maanden rond heeft, maar dat de joodse gemeenschap over zo'n belangrijk feit nog niets heeft gehoord,aldus Soesan.
Volgens een woordvoerder van de commissie-Van Kemenade is de kwestie van de kluisjes nog onderwerp van studie. Het eindrapport komt deze herfst uit; drie maanden later dan de bedoeling was.
Volgens Soesan heeft Nederland heeft een ereplicht tegenover vervolgden.
© 1996-2005 Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V., Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.