Nieuwsbrief
Artikelen
Prikbord
Help ons
Petitie


Trouw
www.trouw.nl - zaterdag 28 januari 2006

'Commissie oordeelt zonder de ballast van het verleden'
van onze verslaggeefster

De Restitutiecommissie moest in de kwestie-Goudstikker laveren tussen Scylla en Charybdis, constateert rechtsfilosoof Veraart.

Strikt juridisch gezien kan het eigenlijk niet om de schikking die de Nederlandse staat in 1952 trof met de weduwe Goudstikker, open te breken. Rechterlijke uitspraken en schikkingen uit het verleden moeten we niet opzij willen zetten als ze destijds, met instemming van alle betrokkenen, aan moeilijke conflicten een einde hebben gemaakt, zegt de rechtsfilosoof Wouter Veraart. “Doen we dat wel, dan tasten we ons rechtsbestel aan.“

Toch kan Veraart, die twee maanden geleden promoveerde op het onderwerp 'Ontrechting en rechtsherstel in Nederland en Frankrijk in de jaren van bezetting en wederopbouw', ook als jurist vrede hebben met de conclusies van de Restitutiecommissie. Op basis daarvan wil staatssecretaris Medy van der Laan (cultuur) zo'n 200 schilderijen teruggeven aan de erven van de joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker.

De Restitutiecommissie die de Nederlandse regering, onder leiding van oud-president B. J. Asscher van de Amsterdamse rechtbank, sinds 2002 adviseert over verzoeken tot teruggave van oorlogskunst, stond voor een uiterst lastige taak. Veraart: “Het moet zoiets zijn geweest als het laveren tussen Scylla en Charybdis. Zonder de geldigheid van de schikking uit 1952 aan te tasten, wilde men ook dingen rechtzetten die in het verleden zijn misgegaan. Dat heeft de commissie knap opgelost. Zoiets is Asscher ook wel toevertrouwd. Als president van de rechtbank was hij ook altijd iemand die het strikt juridische wist te scheiden van wat billijk en rechtvaardig was.“

De commissie heeft de totstandkoming van de schikking nog eens grondig bekeken en komt daarbij tot een nieuwe interpretatie van de afspraken die in 1952 zijn gemaakt met de weduwe Goudstikker. Belangrijkste conclusie: zij heeft toen niet nadrukkelijk afstand gedaan van de schilderijen die in 1940 aan Göring waren verkocht. In haar rapport schrijft de Restitutiecommissie dat in de definitieve tekst van de schikking is geschrapt dat de weduwe Goudstikker afstand deed van haar rechten op de 'aan Göring geleverde schilderijen'. Dit betekent dat deze schilderijen dus buiten de schikking vielen. “Dat is een correctie en juridische scherpslijpers zullen daar misschien problemen mee hebben, omdat de commissie een rechtsgeldige schikking openbreekt“, zegt Veraart. Zelf ziet hij dat anders. “De commissie tornt niet aan de schikking op zich maar heeft er nog eens goed naar gekeken, op basis van het inzicht dat we nu hebben en zonder de directe ballast van het verleden.“ Ook het besluit van de regering, in 2000, om zich bij de teruggave van in de oorlog geroofde kunst voortaan soepel op te stellen en niet de formeel-juridische weg te bewandelen, zal de commissie hebben laten meewegen, veronderstelt hij. Veraart: “Aanvankelijk was ik ook van mening dat we rechtsgeldige schikkingen die na de oorlog tot stand zijn gekomen, moeten respecteren. Maar bij nader inzien vind ik dit een mooi sluitstuk van deze juridisch ongelooflijk ingewikkelde kwestie.“

Copyright: Trouw

Lezersreacties
Geef uw reactie

top