Nieuwsbrief
Artikelen
Prikbord
Help ons
Petitie


Volkskrant
www.volkskrant.nl - vrijdag 4 mei 2007

Alsnog Excuses voor Oorlogsgedrag?

Door Manfred Gerstenfeld

Het standpunt van recente Nederlandse regeringen met betrekking tot de houding van hun voorgangers tijdens de oorlog bestaat slechts uit enkele onvolledige verklaringen. Samengevat geven die een vertekend beeld van het gedrag van de regering in Londen en het ambtenarenapparaat in bezet Nederland jegens de Joden.

Enkele voorbeelden illustreren dit. Terwijl in Nederland massaal onschuldige Joodse burgers, waaronder kleine kinderen, gearresteerd werden door Nederlandse politieambtenaren en opgesloten werden in kampen was deze vervolging geen enkel maal een agendapunt van de ministerraad in Londen. Lou de Jong schrijft dat de Londense regering pas anderhalf jaar nadat in Juli 1942 de deportaties van de Nederlandse Joden begonnen, bij de Poolse regering in ballingschap informeerde wat er met hen in Polen gebeurde. Het duurde zo lang ondanks het feit dat beiden in hetzelfde gebouw, Stratton House, zetelden. Koningin Wilhelmina, die vaak voor radio Oranje sprak, wijdde in haar gezamenlijke toespraken slechts vijf zinnen aan het lot van de Joden.

Henri Dentz, een Nederlands ambtenaar in Londen maakte in 1943 een rapport over de moord op de Nederlandse Joden. Hij schatte dat ruim 100. 000 al waren vermoord. Dentz stuurde zijn rapport, aan het eind van dat jaar, aan alle Nederlandse ministeries alsmede aan andere instellingen, zoals het Rode Kruis. Niemand toonde interesse.

De Eer van het Spoorwegpersoneel
Deze mentaliteit veranderde pas langzaam na de oorlog. Dr. J. Michman, de laatste overlevende van het toenmalige bestuur van van de Nederlandse Zionistenbond vertelt dat toen een Joodse delegatie de eerste naoorlogse premier Willem Schermerhorn ontmoette, deze zei dat hij het niet als zijn taak zag dat Joodse kapitalisten hun bezit terugkregen.

Th. S. G. J. M. van Schaik, Minister van Verkeer en Energie in dit kabinet sprak op 17 September 1945 het spoorwegpersoneel toe in de Haagse Houtrusthallen zeggende: “Met Uw treinen werden de ongelukkige slachtoffers naar de concentratiekampen gebracht. In Uw harten was opstand. Toch hebt ge het gedaan, dat strekt U tot eer, het was de plicht die de Nederlandse regering van u eiste, omdat het spoorbedrijf ook een der pijlers is waarop het economische leven van het Nederlandse volk steunt en dat niet voortijdig in de waagschaal mocht worden gesteld.”

Behalve beledigend waren Van Schaiks woorden ook onjuist. Uit de film Goodbye Holland van Willy Lindwer blijkt dat de machinisten van de treinen die Joden naar Westerbork en vandaar over het Nederlandse deel van het traject naar de vernietigingskampen vervoerden, zelden interesse hadden voor het lot van deze passagiers. Toen in 2005 de Nederlandse spoorwegen excuses voor hun gedrag tijdens de oorlog aanboden schreef Paroolredacteur Frans Peeters dat Van Schaiks woorden de wreedste waren ooit door een Nederlands minister uitgesproken.

Officiele Verklaringen
De weinige officiele verklaringen over de Nederlandse houding tijdens de tweede Wereldoorlog zijn halfslachtig. Vijftig jaar na het einde van de oorlog droeg Koningin Beatrix een eerste kruimel aan tijdens haar bezoek aan Israel in 1995. In haar rede in het Israelische parlement zei zij dat er veel Nederlanders waren die zich tegen de Duitsers verzet hebben. Zij voegde eraan toe dat deze uitzonderingen waren en dat “Het Nederlandse volk heeft de ondergang van zijn Joodse medeburgers niet kunnen verhinderen.”

Deze korte samenvatting van het onderwerp vraagt niet of het Nederlandse volk en regering gedaan hebben wat ze konden voor de Joden. Ze zwijgt over de rol van de regering in Londen, van het Nederlandse ambtenarenapparaat en de vele personen die geholpen hebben met het ophalen, vervoeren en bewaken van de Joden. Er was ook geen vermelding van de Nederlanders die Joden verraden of bestolen hebben. Het eenzijdig spreken over de verzetstrijders, waarvan de meesten niets voor de vervolgde Joden gedaan hebben, vertekende het beeld verder. De rede zweeg ook over anderen die gezwegen hadden, zoals de leden van de Hoge Raad toen Joodse ambtenaren ontslagen werden op racistische gronden.

De hernieuwde discussie over de problemen rond de naoorlogse restitutie aan het eind van de negentiger jaren bracht naast belangstelling voor het gedrag van de naoorlogse Nederlandse regering ook een hernieuwd interesse met zich mee voor de gebeurtenissen tijdens de oorlog. In Januari 2000 vond, op initiatief van de Zweedse premier Goeran Persson een conferentie over Holocaust educatie plaats in Stockholm. Premier Wim Kok zei daar dat het restitutieproces in het naoorlogse verarmde Nederland correct is verlopen. Hij voegde eraan toe dat recente studies ook tekortkomingen vonden die overigens niet uniek waren voor Nederland. Hij betreurde dat dit gebeurd was.

Uit het parlement en van anderen kwam er kritiek op Kok omdat hij niet bereid was excuses aan te bieden voor die tekortkomingen. De laatsten waren bovendien groter dan hij de indruk had gegeven.

Vice premier Gerrit Zalm daarentegen was een voorstander van excuses. De gepensioneerde Groningse hoogleraar Isaac Lipschits, die een boek over de ervaringen van de Joden in naoorlogs Nedeland gepubliceerd heeft getiteld de Kleine Sjoa, vertelt hoe in het parlementsgebouw Zalm op hem toekwam en zei dat hij zich persoonlijk wilde excuseren voor het gedrag van zijn voorgangers na de Tweede Wereldoorlog. Waarop Lipschits opmerkte: “maar minister, toen liep U nog in een korte broek.” Zalm antwoordde dat de fouten door het ministerie begaan waren, waarvoor hij nu verantwoordelijk was.

Alsnog Excuses
Onder druk van Zalm en andere ministers bood Kok alsog excuses aan. Deze werden ook vastgelegd in een brief van de ministerraad aan de Tweede Kamer enkele maanden later. Het kabinet sprak daar spijt uit en bood verontschuldigingen aan diegenen die na de oorlog geleden hadden onder de kille uitvoering van de restitutiewetten. Er werd aan toegevoegd dat het kabinet niet veronderstelde dat diegenen die hiervoor verantwoordelijk waren verkeerde bedoelingen hadden.

Deze excuses bevatten een nieuwe onwaarheid. In de naoorlogse tijd hadden velen “verkeerde bedoelingen.” Het duidelijkste voorbeeld hiervan was de toenmalige Minister van Financien, Piet Lieftinck. Hij stelde de belangen van de effectenbeurs, die tijdens de oorlog zwaar gecollaboreerd had, hoger dan die van Joden die hun effectenbezit op Duitse orders hadden ingeleverd tijdens de oorlog.

Toen Kok Israel bezocht in April 2000 werd hij op de Israelische radio gevraagd naar de Nederlandse rol in de Tweede Wereldoorlog. Hij zei: “Nederland is nooit verantwoordelijk geweest voor het wangedrag van de Duitsers in Nederland tijdens de oorlog.” Dit ontkende een niet bestaande beschuldiging. Het ging immers om de verantwoordelijkheid voor het wangedrag van de regering in ballingschap en de autoriteiten in Nederland.

Een Inktzwart Hoofdstuk
Het bleef enkele jaren stil over dit onderwerp. In Maart 2005 bezocht minister president Balkenende Israel ter gelegenheid van de opening van het nieuwe museum van het Holocaust herdenkingsinstituut Yad Vashem. Hij noemde daar de jodenvervolging een “inktzwart hoofdstuk,” in de Nederlandse geschiedenis. Balkenende vermeldde ook de kilheid van vele Nederlanders jegens de Joden in de oorlog. Hij sprak over diegenen die moed hadden betoond alsmede de verraders.

Hiermee ging hij verder dan zijn voorgangers. Toch stak zijn tekst negatief af bij de woorden van de Belgische premier Guy Verhofstadt. Die herhaalde daar, zijn al twee jaar eerder uitgesproken excuses met betrekking tot de verantwoordelijkheid van de Belgische regering voor de oorlogsrol van sommige ambtenaren en autoriteiten. Verschillende Nederlandse media vonden dat ook Balkenende zijn excuses had moeten aanbieden.

Enkele weken later sprak Balkenende ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van het CIDI. Hij was nog iets duidelijker, opnieuw zonder excuses aan te bieden: “Er waren Nederlandse gezagsdragers die meewerkten met de bezetters. Zij droegen bij aan een gruwelijk proces waarin Joodse Nederlanders hun rechten werden ontnomen en waarin de menselijke waardigheid van Joodse landgenoten werd geschonden.”

De Nederlandse Spoorwegen
Een nieuw perspectief op het uitblijven van officiele excuses kwam uit een heel andere hoek. Op 29 September 2005 bood Aad Veenman, president van de NS volkomen onverwacht verontschuldigingen aan voor de rol van de spoorwegen tijdens de oorlog. Hij zei dat door “onze rol van toen te benoemen kunnen wij ook een pijnlijk hoofdstuk uit ons verleden afsluiten…Duidelijkheid en transparantie bieden houvast en evenwicht.” Veenman voegde eraan toe dat hij nu samen met de Nederlandse Joodse gemeenschap de focus kon richten op de toekomst van de maatschappij.

Hij merkte daarna op dat verontschuldigingen konden overkomen “als een zoveelste bijdrage aan de ‘sorry-cultuur.’ Veenman zei dat hij slechts uitlatingen kon doen die in de huidige context passen. Hij besloot: “Daarom bied ik nu toch uit de grond van mijn hart en in alle bescheidenheid namens de Nederlandse Spoorwegen mijn oprechte verontschuldigen aan, aan de Joodse gemeenschap en de andere betrokken groepen.”

Voordien had het geleken dat slechts druk op de Nederlandse regering, desnoods tot honderd jaar na de oorlog, tot excuses zou kunnen leiden. Het precedent van Veenman bewijst dat er ook een andere mogelijkheid is, en wel dat iemand zich moreel geroepen voelt om zijn verantwoordelijkheid te aanvaarden. Misschien zal dat de reden zijn waarom alsnog de huidige of een toekomstig premier het grote falen van de Londense regering toegeeft en daarvoor excuses aanbiedt.

De auteur is voorzitter van het bestuur van de Israelische denktank Jerusalem Center for Public Affairs. Het onderzoek over wie verontschulidgingen heeft aangeboden voor gedrag tijdens de oorlog werd financieel gesteund door de Israelische Maror Stichting en het Rabbi Israel Miller Fonds voor Shoah Research, Documentation and Education van the Conference on Jewish Material Claims Against Germany Inc.

Copyright: Door Manfred Gerstenfeld

Lezersreacties
Geef uw reactie

top