Stichting Rechtsherstel Joodse Oorlogswezen
P.O.Box 72, Haifa 31000, Israel
Internet site: www.wezen.org, E-mail: redactie@wezen.org
Nieuwsbrief 11-2006
Lezersreacties
Openbaarheid van bestuur Datum: 15 maart 2006
WAT IS ER EIGENLIJK ALLEMAAL AAN DE HAND?Beste mensen,
Zo'n 90% van de nog levende Joodse WO II-wezen uit Nederland, verspreid over de hele wereld, hebben zich aangemeld bij de SRJO.
Naar aanleiding van het Perscommuniqué d.d. 6 maart 2006, uitgegeven door JMW en de brief van JMW van 6 maart 2006 aan de SRJO hebben wij Nieuwsbrief Nr. 10-2006 verstuurd naar ca. 1000 geinteresseerden.
Naar aanleiding van deze Nieuwsbrief, kregen wij enorm veel reacties. Verschillende personen vroegen ons om het perscommuniqué en de brief te publiceren.
Wij geven hierbij gehoor aan uw verzoek. Openbaarheid van bestuur is een normale zaak bij de SRJO.
De SRJO is van mening dat het perscommuniqué en de brief van JMW alleen dan goed begrepen kan worden indien u ook de achterliggende feiten kent. Met dit schrijven geven wij alle relevante informatie waardoor uzelf uw conclusies kan trekken.Verzoek van JMW
In het perscommuniqué schrijft JMW dat zij, zelf een onafhankelijk(?) onderzoek gaan doen. Verder schrijt JMW: "De betreffende belangenbehartigende organisaties van Joodse oorlogswezen is verzocht alsnog hun opmerkingen en adviezen ten aanzien van onderzoeksopzet en personele invulling bij het Samenwerkingsverband-JMW in te dienen."
Wij maken hiervan bij deze gebruik en stellen de volgende vragen aan de onderzoekscommissie (verdere vragen volgen):1. Het is normaal dat aktes van verkoop van panden gepasseerd worden door een notaris. Is het ook normaal - indien het gaat om panden van pupillen van de voogdij-instelling - dat de notoris die de aktes opmaakt en passeert ook de penningmeester van de voogdij-instelling is? 2. Het is normaal dat makelaars huizen kopen en verkopen. Is het ook normaal - indien het gaat om panden van pupillen van de voogdij-instelling - dat de makelaar die de huizen koopt en verkoopt ook bestuurslid van de voogdij-instelling is? Wat is er gebeurd sinds oktober 2005?
1. Op 20 oktober 2005 was de oprichtingsvergadering van de SRJO (vereniging), in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de drie stichtingen SINJOI, VBV NL en ALJH. Daar dit de oprichtingsvergadering was zijn er notulen gemaakt door VBV NL (in samenwerking met ALJH) en SINJOI.De Notulen geschreven door VBV NL in samenwerking met ALJH kunt u hier vinden. De Notulen geschreven door SINJOI kunt u hier vinden. 2. De tweede vergadering van de SRJO i.o. werd gehouden op 13 november 2005. Op deze vergadering waren alledrie de stichtingen (SINJOI, ALJH, VBV NL) vertegenwoordigd. Tijdens de vergadering werd het bestuur van de SRJO gekozen.
Verder werd besloten dat de SRJO een stichting zal zijn en dat Shimon de Winter (SINJOI) hiervoor zorg zal dragen. Voor het openen van een bankrekening op naam van de SRJO, zal de penningmeester, dhr. Shalom Pront (sinjoi) zorgen.
De Notulen van deze vergadering kunt u hier vinden.3. De vierde en vijfde vergadering van de SRJO werden gehouden op 25 december 2005 respectievelijk op 12 januari 2006 en werden door SINJOI geboycot. De Notulen van deze vergadering kunt u vinden door op de volgende links te klikken:
Notulen van de vergadering van 25 december 2005. Notulen van de vergadering van 12 januari 2006.
Het bestuursbesluit van 13 november 2005 om van de SRJO een stichting te maken en een bankrekening te openen was nog steeds niet uitgevoerd door SINJOI. Dit is de reden dat tijdens de vergadering van 25 december 2005 werd besloten om de opdracht terug te nemen van Shalom Pront en Shimon de Winter en dit te geven aan Fred Altmann.4. De vergadering van 2 februari 2006 diende als voorbereiding voor het gesprek met JMW d.d. 5 februari. SINJOI laat wederom zien dat ze alle tijd hebben. Ze dreigen niet te komen en verzoeken de vergadering uit te stellen met minstens drie weken en JMW en Flory Neter weer naar huis te sturen.
De vergadering, gehouden op 2 februari 2006, is volledig benut als voorbereiding op de bespreking met JMW d.d. 5 februari j.l. Het voltallig SRJO bestuur was op deze vergadering aanwezig.
Tijdens deze vergadering werd het onderzoeksvoorstel van de SRJO besproken en goedgekeurd. ALJH bracht wederom in stemming om dit onderzoeksvoorstel, nog voor de bespreking met JMW, naar JMW te sturen. De uitslag was hetzelfde als de e-mail stemming van een week eerder: SINJOI en VBV Nederland tegen (4 stemmen) en ALJH voor (2 stemmen).
Het voorstel van ALJH om het onderzoeksvoorstel van SRJO naar JMW te sturen werd verworpen.5. op 5 februari zijn in Netanya een delegatie van JMW en het voltallige bestuur van de SRJO bijeengekomen. Het uitgangspunt van deze eerste ontmoeting was te werken aan een gezamenlijk standpunt met betrekking tot een algemeen onafhankelijk onderzoek naar het vermogen van de Nederlandse Joodse WO II wezen en het beheer daarvan. Het gesprek verliep in een open sfeer waarbij door beide partijen duidelijkheid werd verschaft in hun zienswijze op welke manier een dergelijk onderzoek moet plaats vinden. Naar aanleiding van deze geslaagde vergadering is er een gezamenlijk Perscommuniqué uitgegeven.
Belangen verstrengeling
bestuurslid SINJOI en VBV NL6. Op 7 februari 2006 stuurt de secretaris van de SRJO (Ro Wiener, vertegenwoordigster van VBV NL in de SRJO) een uitnodiging aan bestuursleden voor een vergadering d.d. 14 februari 2006.
In dezelfde e-mail correspondentie laat Hans Vuijsje weten dat alles afgehandeld moet worden binnen 14 dagen. De SRJO heeft zich op 5 februari 2006 verplicht voor 19 februari 2006 zijn onderzoeksvoorstel te sturen naar JMW.
Op 12 en 13 februari vond er een e-mail correspondentie plaats waaruit blijkt dat VBV van gedachten is veranderd en samen met SINJOI de SRJO vergadering van 14 februari 2006 boycot.
In de brief van Flory Neter aan Philip Staal d.d. 12 februari j.l. staat o.a.:Natuurlijk heb ik slechts mandaat om over de namen van de begeleidingscommissie te spreken. Ik ben mij bewust dat ik geen enkele toezegging kan doen zonder ruggespraak met jou en alle anderen. Daarom wil ik Harry hebben gesproken voor ik terug ben in Israël.
Hieruit volgt dat Flory Neter en Harry van den Bergh wisten dat Flory alleen maar een mandaat had om namen uit te wisselen.Een paar dagen voor de vergadering van 14 februari 2006, ontvingen wij de goedkeuring van de Israelische Stichting en Autoriteit.
Uit bovenstaande volgt dat de vergadering van 14 februari niet uitgesteld kon worden:De SRJO bij monde van de voorzitter verzocht nogmaals per e-mail aan de SINJOI en VBV NL om aanwezig te zijn op de vergadering van 14 februari.
- De SRJO had zich verplicht om ons onderzoeksvoorstel niet later dan 19 februari naar JMW te sturen.
- De vereniging SRJO is veranderd naar de stichting SRJO. Dit had als consequenties dat er bepaalde besluiten genomen moesten worden, zoals herbenoemen van het bestuur, overnamen van baten en lasten, etc.
De notulen van deze vergadering zijn hier te lezen.
De uitnodiging voor de vergadering van 28 februari, alsmede het onderzoeksvoorstel en de notulen van de vergadering van 14 februari, zijn op 15 februari verstuurd en kunt u hier vinden.7. Zoals toegezegd op de vergadering van 5 februari 2006, heeft de SRJO op 19 februari 2006 een onderzoeksvoorstel aan JMW gestuurd. Dit onderzoeksvoorstel werd door Flory Neter namens VBV NL goedgekeurd. De SRJO heeft van SINJOI, tot nu toe, geen reaktie op dit voorstel ontvangen.
Onafhankelijke deskundigen betitelden dit voorstel als een goed en verstandig voorstel.8. Op 21 februari 2006 waren de heren Van den Bergh en Vuijsje de eregasten op de Algemene Ledenvergadering van SINJOI in Tiberias.
Het pleit beslist niet van goede wil tot samenwerking dat de SINJOI het JMW wel uitgenodigd heeft maar de bestuursleden van de SRJO niet. Het heeft er alle schijn van dat SINJOI het belangrijker vind om te luisteren en te doen wat JMW wil, dan om samen te werken met de SRJO.
Alhoewel het onderzoeksvoorstel van de SRJO reeds was verzonden naar JMW, heeft het SRJO bestuurslid Tswi Herschel, welke op de bijeenkomst in Tiberias aanwezig was (zonder uitnodiging), persoonlijk aan de heren Van den Bergh en Vuijsje het onderzoeksvoorstel van de SRJO overhandigd.
De heer Van den Bergh legde tijdens zijn toespraak nogmaals de nadruk op het feit dat:9. Alhoewel de vergadering van de SRJO, op verzoek van Flory Neter, vastgesteld werd op 28 februari 2006, vond Flory het nodig om de SRJO uit te nodigen voor een bijeenkomst van de VBV in Tel Aviv op 26 februari 2006.
- JMW geenszins van plan is een collectieve restitutie toe te kennen aan de wezen.
- JMW zal zelf alle individuele aanspraken behandelen.
- JMW zal zelf een beroepscommissie benoemen.
- Wezen die tegen deze gang van zaken bezwaar hebben en/of niet tevreden zijn met de uitspraken van JMW/beroepscommissie, kunnen naar de rechter stappen.
Het gevolg hiervan was weer een onaangename e-mail wisseling tussen SRJO en Flory Neter.
Door al deze gebeurtenissen had het bestuur van de SRJO geen vetrouwen meer in Flory Neter, als zijnde de contactpersoon tussen de SRJO en JMW voor het uitwisseling van namen betreffende de Onderzoekscommissie, en hebben haar dit laten weten per brief.10. Op 28 februari 2006 delen SINJOI en VBV NL per brief aan JMW mede dat ze niet meer in de SRJO zitten. Het VBV NL en SINJOI vonden het niet nodig om officieel hun terugtrekking uit het bestuur van de SRJO aan ons mede te delen.
JMW misbruikt het optreden van VBV en SINJOI als boven omschreven en deeld de SRJO op 6 maart 2006 mede dat ze de onderhandelingen met de SRJO beeindigen.
Het VBV en SINJOI moeten zich goed realiseren dat zij met hun handelswijze het vertrouwen en belang van de wezen schaden.11. Op 3 maart 2006 stuurde de SRJO een e-mail aan JMW waarin gevraagd werd wanneer en waar, op basis van ons voorstel, een tweede gesprek tussen JMW en de SRJO zou kunnen plaats vinden.
12. Op 6 maart 2006 ontving de SRJO van Harry Van den Bergh per e-mail deze brief, als reactie op onze e-mail van 3 maart j.l. In deze brief staat dat JMW besloten heeft om de besprekingen met de SRJO te beëindigen en zelf de besluitvorming over de onderzoeksopzet en de personele invulling van een Begeleidingsgroep en een Onderzoeksteam ter hand te nemen.
Ook heeft JMW op 6 maart j.l. een Perscommuniqué uitgegeven.Het doel van de SRJO is primair een onafhankelijk onderzoek te bewerkstelligen naar het rechtsherstel van Joodse oorlogswezen.
De SRJO is zeer teleurgesteld in de houding van JMW en is er dan ook van overtuigd dat JMW de zaak van de wezen in de doofpot wil stoppen door:Uiteraard moet JMW goede reden hebben om niet inhoudelijk te reageren op het onderzoeksvoorstel van de SRJO.
- Zelf de vraagstelling te formuleren.
- Zelf de opdracht te geven.
- Zelf voor het onderzoek te betalen.
- Zelf de onderzoekers te benoemen.
- Zelf de onderzoekscommissie samen te stellen.
- Zelf en van te voren (door de vraagstelling en de opdracht) de uitkomst te bepalen.
Uit de opstelling van de Joodse gemeenschap in Nederland blijkt dat men geen onafhankelijk onderzoek naar het vermogensbeheer van Joodse WO II-wezen wenst.
In dit verband willen wij opmerken dat het toch wel erg opvallend is dat door de Joodse gemeenschap tot nu toe weinig of geen aandacht is besteed aan het lot van de Joodse oorlogswezen. Dit in tegenstelling tot de gemaakte kosten en inspanningen door haar getroost, toen het in de jaren 1998-2000 ging om de resten van gestolen Joods bezit door verzekeraars, banken, beurs en overheid. Is de joodse gemeenschap bang om het functioneren van haar bestuursleden van destijds kritisch te beschouwen? Hebben ze dan iets te verbergen?Wil JMW wel een
onafhankelijk onderzoek?Doelstelling van de SRJO
De SRJO heeft als doel het bewerkstelligen van een onafhankelijk onderzoek. De SRJO is van mening dat een onderzoek door alleen JMW, per definitie, niet onafhankelijk kan zijn. Immers, JMW heeft belang bij de uitkomst van het onderzoek (JMW is de beheerder van de vermogens van de voormalige Joodse voogdij-instellingen).
De SRJO zoekt geen escalatie maar een samenwerking met JMW om daadwerkelijk gezamelijk een onafhankelijk onderzoek te bewerkstelligen. Echter, gedwongen door een botte weigering van JMW zal de SRJO niet schromen om datgene te doen, wat onze stichting noodzakelijk acht om voor de belangen van de wezen waar ook ter wereld op te komen.CONCLUSIE en VRAGEN
De doelstelling van Joods Maatschappelijk Werk is zijn continuïteit te garanderen. De doelstelling van de SRJO is waarheidsvinding door een onafhankelijk onderzoek.
Kan het zijn dat JMW verontrust is dat de doelstelling van de SRJO, de doelstelling van JMW in gevaar brengt?
Zo deelde de heer Van den Bergh in een bespreking met de heer Staal op 1 november 2004 mee dat JMW niet zal nalaten zich te beroepen op de verjaringstermijn, gelet op het algemene belang van de continuïteit van JMW.
Het is daarom legitiem om de vraag te stellen "wil JMW wel een onafhankelijk onderzoek?"
JMW heeft vanaf het begin gezegd dat ze niet met verschillende wezenorganisaties willen spreken. Zou het kunnen dat de gedachten hierachter was "Het lukt de wezen nooit om samen te gaan"?
In oktober 2005 is het Elma Verhey en Philip Staal, tegen alle verwachtingen in, toch gelukt om alle wezenorganisatie in de SRJO onder te brengen.
Nu de stichting SRJO een feit is en 90% van de Joodse WO II-wezen uit Nederland vertegenwoordigt, kan JMW niet anders dan een dialoog aangaan met deze stichting. Is de tot standkoming van de SRJO een streep door de rekening van JMW?
De laatste maand, na het gesprek tussen de SRJO en JMW in Netanya en het onderzoeksvoorstel van de SRJO d.d 19 februari 2006, leek het erop dat een onafhankelijk onderzoek niet tegen te houden was.
Het heeft er de schijn van dat JMW er belang bij had dat de SRJO uit elkaar zou vallen en hierdoor een excuus had om de besprekingen met de SRJO te beeindigen?Belangen verstrengeling bestuurslid SINJOI en VBV NL
Dagblad Trouw publiceerde in een artikel op 3 juli 2004:
"Een tweede joodse oorlogswees, die anoniem wil blijven, heeft notariële documenten opgespoord waaruit blijkt dat onder meer de Joodse instelling die de voogdij over hem had, Le-Ezrath Ha-Jeled ('Het kind ter hulpe'), in 1953 in Groningen en Amsterdam vier huizen van zijn in Sobibor vermoorde grootouders liet verkopen. De opbrengst destijds: ruim 40000 gulden.
Op de eindafrekening, die elk weeskind op zijn 21ste van de voogdijinstelling ontving, staat niets over de verkoop en de opbrengst. Wel een bedrag voor vergoeding van de geplunderde huisraad van de grootouders: 527 gulden."
De oorlogswees zegt: "Ik heb toen ik in het kindertehuis zat en ook in de jaren daarna, nooit iets gehoord over de verkoop van die huizen. Dat weet ik honderd procent zeker. Ik moet achttien jaar zijn geweest toen dat onroerend goed werd verkocht. Ook mijn broer heeft niets ontvangen."
De oorlogswees zegt in het artikel dat hij anoniem wil blijven. Echter, het is al lang geen geheim meer, die oorlogswees is de secretaris van SINJOI, de heer Shalom Pront.
Shalom Pront heeft, zoals hij zelf zegt, nooit iets ontvangen uit de verkoop van zijn huizen.
Het is dezelfde Shalom Pront die steeds maar weer de SRJO heeft tegengewerkt - zie bovenstaande stukken - en daardoor JMW in de kaart gespeeld heeft.
Waarom doet de heer Pront dit? Dit is toch niet in het belang van de leden die hij vertegenwoordigd !
En wat is het belang van Flory Neter om de SRJO tegen te werken?
De heer Van den Bergh liet ons in oktober 2005 weten zeer verwonderd te zijn met de keus van Flory Neter "dit is een verstrengeling van belangen", zo liet hij ons weten.Waarom wil JMW geen onafhankelijk onderzoek? Is dit alleen om de continuiteit van JMW te waarborgen?
Wat is de echte reden dat SINJOI en VBV uit de SRJO gestapt zijn? Dat wij, ondanks alle tegenwerkingen, steeds maar weer geprobeerd hebben om ze erbij te houden blijkt uit bovenstaande stukken.
Deze brief is een dienst van de SRJO (Stichting Rechtsherstel Joodse Oorlogswezen).
Iedereen, die de petitie heeft ondertekend en/of het vragenformulier heeft ingevuld, krijgt automatisch de nieuwsbrief toegestuurd.
U kunt uzelf of bekenden gratis voor deze service opgeven. Ook kunt u zich weer afmelden.
Lezersreacties